Lamsrack met een marinade van munt uit de oven

Leuk voor de feestdagen maar eigenlijk kan dit gerecht het hele jaar door. Voorheen werd lamsrack net zoals kalfsvlees vooral in het voorjaar gegeten. Tegenwoordig is het ook een erg populair product tijdens de feestdagen. En terecht! Een lamsrack leent zich uitstekend om langzaam in de oven te garen.

Deze keer kiezen we ervoor om hem juist op een lagere temperatuur voor een langere tijd te garen. Op die manier behoud je meer vocht en blijft je lamsrack een stuk sappiger. Ook leggen we hem eerst een paar uur in de marinade wat zijn sappigheid alleen maar ten goede komt.

Marineren van de lamsrack

Voor de marinade hebben we een kommetje nodig waar we alle ingrediënten in kunnen mengen. Maal het venkelzaad fijn in een vijzel, pers het teentje knoflook uit met een knoflookpers. Hak de blaadjes munt zo fijn mogelijk. Dit gaat het makkelijkste als je van de blaadjes een zo compact mogelijk propje maakt en dan voorzichtig hakt met een koksmes. Voeg de blaadjes tijm toe samen met de mosterd, olijfolie en peper en zout. Je marinade is nu klaar.

Lamsrack voorbereiden

Soms kan het voorkomen dat het vliesje op de vleeskant van de lamsrack nog wat dikkere peesjes bevat. Verwijder deze want die bakken niet helemaal weg en kunnen dan wat taai zijn. Snij dan het vet kruislings in want deze gaan we nog eerst in de pan een beetje aanzetten. Doordat je het vet insnijdt komen de smaken van het vet beter vrij. Nu is je lamsrack klaar om gemarineerd te worden.

Smeer je lamsrack rijkelijk in met de marinade en leg hem weg in een ziplockzak. In een schaal kan ook gewoon maar het voordeel van een ziplockzak is dat je bijna alle lucht eruit kan krijgen waardoor de marinade beter pakt. Laat hem minimaal 6 uur liggen, maar bij voorkeur een dag. De smaken kunnen er dan nog beter in trekken.

Bakken van de lamsrack met marinade

Verwarm de oven voor op 100 graden. Zet nu een pan op het vuur die ook in de oven kan. Heb je die nu niet dan kun je de lamsrack daarna ook in een ovenschaal doen. Doe geen boter in de pan maar leg het vlees met de ingesneden vetkant naar beneden. Zet het vuur niet te hoog maar zorg er voor dat de vetkant langzaam begint te smelten. Zodra je een mooie goudbruine korst hebt is hij klaar en draai je hem om en kan hij in de oven.

Verwarm je lamsrack zo’n 40 minuten op 100 graden voor een mooie medium rare garing. Heb je je vlees nu liever iets minder rauw, hou dan maximaal 50 minuten aan.

Rode wijnsaus

Zodra je lamsrack klaar is pak je hem in in aluminiumfolie. Het vocht wat overblijft uit de pan zet je weer op het vuur. Voeg 100 ml rode wijn toe en laat de alcohol even verdampen. Voeg daarna de suiker en de honing toe en probeer alle aanbaksels die nog op de bodem van de pan zaten los te roeren. Dit is allemaal smaak. Zodra je alles hebt losgeroerd voeg je de juspoeder toe en laat je hem nog even pruttelen totdat de saus de juiste dikte heeft. Is hij nu nog iets te zuur naar je smaak voeg dan nog een beetje honing toe. Is de saus nu iets te dik
kun je altijd nog een beetje water toevoegen.

Snij nu de koteletjes los tussen de botjes en doe er wat saus overheen.

Eet smakelijk!